We staan erom bekend dat we slecht zijn in het herkennen van leugens (nou ja, de meesten van ons wel; ervaren leugenaars zijn beter). Dat weerhoudt ons er natuurlijk niet van te denken dat we weten wanneer iemand ons iets wijsmaakt. Nu is er een nieuw artikel in Psychological Science onthult dat we een boze ontkenning opvatten als een teken dat de beschuldigde liegt. En toch, zo melden Katherine A. DeCelles van de Universiteit van Toronto en collega’s, is boosheid als reactie op een valse beschuldiging in feite een teken van onschuld.
In een eerste onderzoek bij meer dan 4.000 online deelnemers, stelde het team vast dat woede consequent wordt opgevat als een teken van schuld. Dit gold voor verschillende contexten, waaronder een fictieve rechtszaalsituatie met een beschuldiging van een gewapende overval, en ook scenario’s met beschuldigingen van ontrouw en diefstal. In elk geval lazen de deelnemers hoe de personen in kwestie reageerden, en maakten ze een oordeel over hun schuld. Fictieve mensen die boos ontkenden werden als schuldiger beschouwd dan degenen die “geïrriteerd” ontkenden (gekenmerkt door een verheven stem en minder heftige protesten), en zij werden op hun beurt als schuldiger beschouwd dan degenen die rustig hun onschuld hadden beleden.
Maar misschien reageren professionals die in hun werk vaak over schuld moeten oordelen anders? Een nieuw onderzoek bij 136 van zulke mensen, waaronder fraudeonderzoekers, politie en advocaten, wees uit dat dit niet het geval was. Deze deelnemers oordeelden dat een werknemer die boos reageerde op een beschuldiging van diefstal, schuldiger was dan een werknemer die kalm reageerde. In feite werd de “boze” werknemer even schuldig geacht als een “zwijgzame” werknemer die had geweigerd te reageren toen hij ermee werd geconfronteerd.
Als boosheid inderdaad een teken van schuld is, dan suggereren deze resultaten natuurlijk een nuttige aanwijzing voor waarheidsvinding. In een latere studie meldden de deelnemers, die gevraagd werden over situaties in hun eigen leven na te denken, echter dat zij meer woede voelden en ook vertoonden wanneer zij valselijk of terecht beschuldigd waren van een misstap. Het maakte niet uit of de daad triviaal was (het eten van een kamergenoot stelen, bijvoorbeeld) of ernstig – een echtgenoot bedriegen, bijvoorbeeld, of wangedrag op het werk.
In een laatste studie namen deelnemers deel aan een experiment in een laboratorium waarbij sommigen vals beschuldigd werden van het maken van fouten in een tekstgebaseerde taak; deze groep meldde zich kwader te voelen dan degenen die correct beschuldigd werden van het maken van fouten.
Over het algemeen, zo schrijven de onderzoekers, lijkt woede dus te worden gebruikt als een ongeldige aanwijzing voor schuld, terwijl het een geldige aanwijzing voor onschuld is.
Het is natuurlijk belangrijk om te begrijpen wat wel en niet een echt teken van onschuld of schuld is in allerlei situaties. Maar er zijn een paar redenen om voorzichtig te zijn met het trekken van sterke conclusies uit dit nieuwe werk. Bijvoorbeeld: de “boze” ontkenningen die de deelnemers in de eerste experimenten lazen, waren behoorlijk boos, met expliciet taalgebruik en uiting van verontwaardiging. Hun boosheidsniveau was veel hoger dan het niveau dat deelnemers in de laatste studies rapporteerden als reactie op zelf vals beschuldigd te zijn. Zelfs degenen die hadden nagedacht over vals beschuldigd worden van een ernstige overtreding rapporteerden niet zo’n extreme woede. Hamlet en koningin Gertrude’s klassieke regel: “De dame protesteert te veel…” Een emotionele overreactie die niet in verhouding staat tot de omvang van een beschuldiging zou toch een teken van schuld kunnen zijn; althans, dit artikel toont niet aan dat het dat niet is.
Het is echter wel zo dat mensen die geïrriteerd reageerden schuldiger werden geacht dan degenen die kalm reageerden. Dus totdat er meer werk is verricht op dit gebied, lijkt het de moeite waard om op zijn minst te proberen iemands boosheid als reactie op een beschuldiging niet te gebruiken als een teken van schuld.