Python eigenschap() functie geeft het object van de eigenschapsklasse terug en het wordt gebruikt om een eigenschap van een klasse te creëren.
- fget() – wordt gebruikt om de waarde van een eigenschap te krijgen
- fset() – gebruikt om de waarde van een eigenschap in te stellen
- fdel() – gebruikt om de waarde van het attribuut te verwijderen
- doc() – string die de documentatie (docstring) voor het attribuut bevat
Opmerking:
- Als er geen argumenten worden gegeven, eigenschap() methode een basiseigenschapattribuut dat geen getter, setter of deleter bevat.
- Indien geen doc wordt gegeven, neemt de property() methode de docstring van de getter functie.
Voorbeeld #1: Gebruik van property() methode
Python3
Uitvoer:
Python eigenschap Gebruik Decorator
Het belangrijkste werk van decorators is dat ze worden gebruikt om functionaliteit toe te voegen aan de bestaande code. Ook wel metaprogrammeren genoemd, als een deel van het programma probeert een ander deel van het programma te wijzigen tijdens het compileren.
Voorbeeld #2: Gebruik van @property decorator
Python3
Uitvoer:
Het gebruik van @property decorator werkt hetzelfde als property() methode.
Eerst specificeren dat value() method ook een attribuut is van Alphabet dan gebruiken we het attribuut value om de Python eigenschap setter en de deleter te specificeren. Merk op dat dezelfde methode value() wordt gebruikt met verschillende definities voor het definiëren van de getter, setter, en deleter. Wanneer we x.value gebruiken, roept het intern de juiste getter, setter, en deleter aan.
Python eigenschap vs attribuut
Klasse attribuut: Klasse Attributen zijn uniek voor elke klasse. Elke instantie van de klasse zal dit attribuut hebben.