Wat beïnvloedt de relatie tussen mens en natuur en waarin zien we de werkelijke waarde van de natuur? Dat is waar de diepe ecologie, een milieufilosofische theorie die stamt uit de jaren zeventig, het antwoord op zoekt.
Wat is diepe ecologie?
Hoewel de theorie in eerste instantie afkomstig is van de Noorse filosoof en bergbeklimmer Arne Næss, won het idee om prioriteit te geven aan de gezondheid van het milieu en de noodzaak om de integriteit ervan te bewaken al snel aan populariteit. Arne Naess maakte voor het eerst een scherp onderscheid tussen “oppervlakkig milieuactivisme” en “diepe ecologie”. Gepubliceerd in zijn artikel uit 1973, “The Shallow and the Deep, Long-Range Ecology Movements: A Summary.” beweerde hij dat de meeste ecologiegroepen een onjuiste, inadequate benadering van de natuur hebben. Volgens hem slagen deze groepen er niet in om het bestaande geïnstitutionaliseerde wereldbeeld van de huidige maatschappij uit te dagen. Deze “ondiepe” ecologieën beschouwen de natuur veeleer individualistisch en hangen ten onrechte een zeer antropocentrische visie op de natuur aan. Door de natuur te zien als iets ondergeschikts, levenloos, positioneert de mens zich om de macht te verwerven om de Aarde te domineren.
Diepe ecologie daarentegen benadrukt dat de mens bewust moet terugkeren naar de natuur, en een ecofysische benadering ervan moet ontwikkelen. Hij schrijft “met een ecosofie bedoel ik een filosofie van ecologische harmonie of ecologisch evenwicht. Een filosofie is een soort wijsheid. Zij is openlijk normatief, zij bevat zowel normen, regels, mededelingen als hypothesen over de stand van zaken in ons universum.”
De menselijke behoefte om de natuur te overheersen
Diepe ecologie heeft de milieubeweging sterk gevormd. Zij wil de menselijke behoefte om de natuur te overheersen aan de kaak stellen. Zij tracht een alomvattend wereldbeeld te verwoorden dat tegelijkertijd religie en filosofie omvat. Duizenden jaren lang heeft de westerse beschaving een obsessie gecultiveerd met het idee van dominantie. Dominantie van de mens over de niet-menselijke natuur, het mannelijke over het vrouwelijke, de rijken over de armen, het Westen over de niet-Westerse culturen.
Næss creëert daarom het principe van biocentrisme. “Dat alle dingen een gelijk recht hebben om te leven en te bloeien en om hun eigen individuele vormen van ontvouwing en zelfrealisatie te bereiken binnen de grotere zelfrealisatie”. Dit principe stelt dat alles met elkaar samenhangt en dat als we de natuur schaden, we onvermijdelijk onszelf schaden. Dit kan voor sommigen een esoterische connotatie hebben. In de tweede generatie van diep-ecologen is de richting inderdaad vaak verschoven naar een eerder esoterische en soms anti-humanistische visie. Næss had echter niet een dergelijk doel met de ontwikkeling van de theorie van de diepe ecologie. Hij wilde alleen de focus van de mens verleggen in de manier waarop wij de Aarde bekijken en reconstrueren.
De kwaliteit van het leven wordt hier beschouwd als iets dat onverenigbaar is met kunstmatige, materiële normen boven die welke noodzakelijk zijn voor de bevrediging van fundamentele behoeften, en ten tweede dat ecologische overwegingen beschouwd moeten worden als voorwaarden voor de kwaliteit van het leven, en dus niet buiten de verantwoordelijkheid van de mens vallen…De levensstijl van de meerderheid moet worden veranderd, zodat de materiële levensstandaard in de westerse landen binnen deze eeuw universeel wordt. Een consumptie die hoger is dan wat iedereen binnen afzienbare tijd kan bereiken, is niet te rechtvaardigen.
Acht principes ter verdediging van de Aarde
Næss ontwikkelde samen met de Amerikaanse filosoof Sessions in het midden van de jaren tachtig acht essentiële principes voor een diepe ecologie, die 40 jaar later nog steeds gelden:
- Inherente waarde: Het welzijn van menselijk en niet-menselijk leven op aarde heeft intrinsieke waarden, los van menselijke gebruiken of doeleinden
- Diversiteit: Rijkdom en verscheidenheid van levensvormen dragen bij tot de verwezenlijking van deze waarden en zijn tevens intrinsieke waarden
- Vitale behoeften: Mensen hebben geen recht om deze rijkdom en diversiteit te verminderen, behalve om te voorzien in vitale behoeften
- Bevolking: De bloei van menselijk leven en culturen is verenigbaar met een aanzienlijke afname van de menselijke bevolking. De bloei van niet-menselijk leven vereist een dergelijke afname.
- Menselijke inmenging: De huidige bemoeienis van de mens met de niet-menselijke wereld is buitensporig, en de situatie verslechtert snel
- Beleidsverandering: Het beleid moet daarom worden veranderd. Dit beleid heeft invloed op fundamentele economische, technologische en ideologische structuren. De resulterende stand van zaken zal sterk verschillen van de huidige
- Kwaliteit van het bestaan: De ideologische verandering is vooral die van het waarderen van de kwaliteit van het leven (wonen in situaties van inherente waarde) in plaats van het vasthouden aan een steeds hogere levensstandaard
- Verplichting tot actie: Zij die de voorgaande punten onderschrijven hebben een verplichting om direct of indirect te proberen de nodige veranderingen door te voeren
Heeft de natuur een intrinsieke waarde?
Volgens Næss is diep-ecologie niet één richting. Het is eerder een waardevolle theorie om over na te denken en is vatbaar voor kritiek. De theorie van de diepe ecologie is op zich niet radicaal, maar het idee staat boven de mens, en stelt de natuur centraal in plaats van de mens. Het benadrukt de intrinsieke waarde van de natuur. Wij mensen moeten deze intrinsieke waarde erkennen, anders kunnen wij onze natuurlijke omgeving niet voldoende en diepgaand beschermen en rentmeesteren. Zoals Næss benadrukte, moeten we “de planeet niet alleen beschermen in het belang van de mens, maar ook, in het belang van de planeet zelf, om ecosystemen gezond te houden in hun eigen belang”.